Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Portret: Romeo ‘Ik voel me thuis in Nederland’

Marianne Lenkhoff
'Ik ben een jonge man van eind twintig. In 2017 ben ik vanuit een Afrikaans land naar Nederland gevlucht. Ik wil mijn echte naam en de naam van mijn moederland liever niet noemen. Ik noem mezelf hier Romeo. Ik heb in verschillende AZC's gezeten; van Ter Apel verhuisde ik naar het AZC in Budel en vandaar naar een van de twee AZC's in Utrecht.'

AZC’s zijn geen gemakkelijke plaatsen om te leven en gelukkig was ik er maar kort. Een van de AZC’s was zelfs heel vies en de medewerkers waren streng, alsof ze chagrijnig waren geworden van hun werk daar.

De asielaanvraag ging niet gemakkelijk, omdat de mensen vonden dat mijn land van herkomst veilig zou zijn. Voor mij was dat niet zo. In ging liever hier dood dan dat ik daarheen terug zou moeten. Nog steeds heb ik beelden in mijn hoofd en nare herinneringen aan wat daar is gebeurd. Ik wil er nog altijd niet over nadenken of praten. Mijn asielaanvraag werd in eerste instantie afgewezen en ik kwam zonder documenten op straat terecht. Ik heb heel wat rondgereisd en gezworven. Het was een moeilijke en onzekere tijd, waarin ik regelmatig door de politie aangehouden en opgepakt werd.
In het begin vertrouwde ik niemand en uiteraard sprak ik de taal niet. Gelukkig heeft een aantal mensen mij heel goed opgevangen en geholpen. Ik heb zelfs meer dan drie jaar bij twee Nederlanders in een huis gewoond. Zij gaven mij onderdak toen ik dat nodig had. Ik heb heel veel van ze geleerd over de Nederlandse taal en de cultuur hier. Ik vind dat Nederlanders erg aardig zijn en graag mensen helpen.
Het gaat inmiddels veel beter met me. Ik heb een tijdelijke verblijfsvergunning, een woning en doe vrijwilligerswerk in de wijk waar ik woon. Ik ben met de inburgeringscursus bezig en hoop daarna een vaste verblijfsvergunning te krijgen.
‘Ik ben in mijn eentje naar Nederland gekomen. Mijn familie en vrienden zijn nog in mijn moederland. Ik wil nooit meer terug, maar ik hoop dat mijn familie een keer bij mij op bezoek kan komen. Mijn gevoel voor mijn moederland is overleden door alles wat daar gebeurd is. Nederland is nu het land waar ik van houd, waar ik me thuis voel en waar ik alles voor wil doen. Ik heb hier een dak boven mijn hoofd, ben veilig en leef in vrijheid. Dat vind ik heel belangrijk. Ik word dan ook boos als mensen negatief over Nederland praten.
Ik heb geen speciale boodschap voor de Nederlandse politiek of voor sociale professionals. We leven hier in een echte democratie en dat is belangrijk. Ik heb wel een wens voor mensen die nu op de vlucht zijn en naar Nederland komen: doe je best om de veiligheid en vrijheid hier te waarderen, want die zijn in je moederland niet te vinden. Wees niet bitter of zuur, maar probeer alles te doen om je hier thuis te voelen en van dit land te houden.’