Van de BPSW
De explosie aan beroepsvarianten
Nederland is het enige land ter wereld waar het sociaal werk lange tijd niet onder die naam werd aangeduid. De eerste beroepsopleiding heette nog wel ‘Opleidingsinrichting voor sociale arbeid’ (1899). Maar de term ‘sociale arbeid’ werd geassocieerd met het socialisme van wilde stakingen en de eerste arbeidersbewegingen, en dat schrok studenten af.
Mpz’ers blij met beroepsregistratie
Het waarborgen van de ontwikkeling, de opvoeding en het dagelijks functioneren van kinderen tijdens ziekte, opname en behandeling: dat is de taak van een medisch pedagogisch zorgverlener (mpz’er). Sinds kort is er een registratie bij de BPSW voor deze beroepsvariant. Mpz’ers Brigitte Thomassen (51) en Linde Tornabene (37) zetten uiteen waarom dat zo
belangrijk is.
Wees zuinig op onze sociaal werkers!
Nooit eerder in de geschiedenis van het toezicht op de kwaliteit van de zorg hebben de inspecties Gezondheidszorg & Jeugd en Justitie & Veiligheid op één dag twee keer de noodklok geluid: over de onhoudbare situaties in de Jeugdbescherming en de opvang van alleenstaande minderjarige vluchtelingen in Ter Apel.
‘Community building zorgt voor meer actie in de wijk’
Mensen binnen een wijk – op wat voor manier dan ook – met elkaar in contact brengen en verbinden: dat is community building, ook wel bekend als het vroegere opbouwwerk. Wijkwerker Elly Hagen (61) en sociaal werker Judith de Ruyter (51) zetten zich hiervoor in.
Van de BPSW – Platform en netwerk van professionals in het sociaal werk
Duizenden sociaal werkers in wijkteams zijn de laatste jaren ambtenaar geworden. En dat aantal gaat nog toenemen als de sociaal werkers die door hun ‘moederorganisatie’ gedetacheerd worden naar een wijkteam, alsnog in dienst van de gemeente komen. Betekent deze verandering van het dienstverband iets voor de manier van werken? Heeft het bijvoorbeeld invloed op de professionele autonomie?
75 jaar beroepsvereniging van sociaal werkers
Dit jaar bestaat de BPSW, inclusief de voorgangers, 75 jaar. Zo lang zoeken sociaal werkers elkaar al op om aan de ontwikkeling en positionering van hun beroep te werken.
Complimenten voor sociaal werkers
Er is de laatste tijd veel aandacht voor de toenemende tekorten aan sociaal werkers. In de jeugdzorg verlaat jaarlijks meer dan twintig procent de sector, in de gehandicaptenzorg en de ggz zijn veel onvervulde vacatures en in de wijkteams loopt dat aantal ook steeds verder op. Een Utrechts onderzoek laat zien dat meer waardering van burgers voor het werk van onze professionals effect kan hebben op het behoud van professionals voor de sector.
Oproep aan de beroepsopleidingen voor sociaal werkers
Ik hoop dat de verrassende benoeming van topwetenschapper Robbert Dijkgraaf als nieuwe minister van hoger onderwijs ook iets gaat betekenen voor de eroderende kenniscultuur van het hoger beroepsonderwijs, waaronder die voor sociaal werkers.
Omwille van fatsoen
Omwille van fatsoen is de titel van de sublieme studie van Willemijn van der Zwaard naar de risico’s van ‘institutionele vernedering’ in de Nederlandse verzorgingsstaat. Er is op dit moment mede door de toeslagenaffaire terecht veel aandacht voor ‘institutionele vernedering’ door overheidsinstanties. Het onderzoek van Van der Zwaard was echter al gestart voordat de toe- slagenaffaire bekend werd. Het is vooral één van de belang- rijkste onderzoeken naar de effecten van de decentralisaties vanaf 2015. De decentralisaties beoogden onder andere zorg en welzijn dichter bij cliënten en bewoners te organiseren. Professionals zouden meer discretionaire ruimte krijgen om vaker te kunnen doen wat echt nodig is. Dat moesten zij doen vanuit een nieuwe normatieve ideologie met bijna betekenisloze begrippen als ‘zelfredzaamheid’, ‘eigen kracht’ en ‘zelfregie’. Dat alles in een context van bezuinigingen. Daardoor kwam er van meer discretionaire ruimte niet zo veel terecht.
We moeten meer ruimte krijgen en nemen
We spraken Kevin Scholte, koppelaar bij gesloten jeugdinstelling De Koppeling in Amsterdam. Als lid van de BPSW en ambassadeur Jeugd zet hij zich in voor minder regels en meer ruimte voor creatieve oplossingen op de werkvloer. ‘Al die zorgvuldig uitgedachte kaders zijn mooi, maar we zullen op de werkvloer moeten kunnen doen wat werkt. En daarvoor hebben we ruimte nodig als mens en als professional.’