Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Pleidooi voor meer ondersteuning voor medewerkers met covid-19

Herstelzorg na covid-19 is nieuw en complex. Op de werkvloer is nog veel onbekend. Bedrijfsmaatschappelijk werker Ying Chan, werkzaam bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, pleit voor meer aandacht voor de psychosociale ondersteuning van medewerkers met (long) covid. Ying is lid van de functiegroep Bedrijfsmaatschappelijk Werk van de BPSW en lid van de werkgroep Sociaal werk en covid-19. We moeten meer ruimte en tijd geven voor herstel.’

Welke knelpunten signaleer je op de werkvloer?
‘Er is meer aandacht nodig voor de gevolgen van covid. Cliënten met long-covid hebben vaak last van extreme vermoeidheid, vergeetachtigheid en psychische klachten. Covid is heel anders dan andere ziekten zoals burn- out en kanker. We moeten anders begeleiden en anders adviseren. Elke cliënt loopt tegen andere dingen aan. Het ziekteverloop is grillig, de klachten zijn heel divers en het herstelproces is heel verschillend. Dat geldt voor medewerkers met en zonder officiële diagnose. Iedereen is zoekende omdat er te weinig informatie is.’

Wat maakt herstel soms zo lastig?
‘Het herstel van de ziekte heeft een lange landingsbaan nodig. Soms moeten mensen van een klein stukje fietsen al een hele dag bijkomen, ook jonge mensen die heel gezond leven. Medewerkers willen vaak te snel weer re-integreren en lo- pen tegen hun grenzen aan. Dan moeten ze opnieuw beginnen Dat is frustrerend en het herstel duurt weer langer. Dat is echt anders dan bijvoorbeeld bij een burn-out. De sociale steun kan daarnaast beperkt zijn, omdat mensen in hun omgeving ook ziek kunnen zijn, of bang zijn voor besmetting. Cliënten hebben vaak al veel achter de rug als ze bij ons komen en ervaren vaak veel stress.’

Hoe kunnen bedrijfsmaatschappelijk werkers de begeleiding goed aanpakken?
‘Het is belangrijk dat de werkgever de ruimte en begeleiding die de patiënt nodig heeft, goed kan organiseren. Geef daarin jouw bijdrage aan. BMW is de enige discipline die tussen werk en privéomgeving kan interveniëren. Wij leggen de verbinding tussen die twee domeinen en kunnen daarin van grote waarde zijn. Het is belangrijk om het bio-psychosociale model zo snel mogelijk in de begeleiding te betrekken. In dit model staan naast de medische ook de psychische en sociale aspecten. Op die manier kun je samen met de bedrijfsarts en de re-integratieadviseur een breed, integraal advies geven. Je kunt niet voorkomen dat medewerkers uitvallen door covid, maar wel de verzuimduur beperken door de stress te helpen verminderen.’

Heb je praktische tips voor collega’s?
‘Veel werkgevers hebben behoefte aan informatie. Geef voorlichting, zorg voor bewustwording, weet naar wie je goed kunt doorverwijzen en stem verwachtingen af. Zorg dat je up-to-date bent. Goede informatie vind je op de website van de BPSW en van C-support. Een intervisie- groep voor lotgenoten kan medewerkers helpen door ervaringen en informatie te delen. Het is belangrijk dat de werkgever geen druk op de medewerker legt. Als dat wel gebeurt, voelt de medewerker zich gefrustreerd en gestrest. Door zich niet begrepen te voelen, kan het uitlopen op een conflict. Het is geen kwestie van niet willen, maar van niet kunnen. Erkenning is heel belangrijk.’

Ying werkte mee aan de QuickScan post-COVID-19 zorg en de handreiking ‘Behandeling en begeleiding van post-COVID-19 patiënten’ van de LongAlliantie Nederland. Deze documenten en meer informatie over sociaal werk en covid-19 zijn te vinden op de volgende websites:

Door Berber Rip

Een nieuw beroepsprofiel: fundament voor een herkenbare beroepsidentiteit

Schrik niet (of juist wel): in een onderzoek naar het sociaal werk in Nederland werden onlangs door Movisie maar liefst 287(!) verschillende functienamen voor sociaal werkers geteld. Onder de 515 sociaal werkers die antwoord gaven op de vraag wat de naam van hun functie was, werden ‘maatschappelijk werker’, ‘sociaal werker’ (soms met de toevoeging ‘jeugd’) en ‘opbouw- werker’ het vaakst genoemd. Maar het meest opvallen- de vond ik: 226 keer werd een functienaam genoemd die geen tweede keer voorkwam.
Dit is een zeer zorgelijke ontwikkeling. Deze grote groep is zelf ook niet tevreden met de functienaam die door de werkgever is bedacht. Professionals bij wie de functie wel wordt aangeduid met de beroepsnaam (‘sociaal werker’ of ‘maatschappelijk werker’) zijn wel tevreden. Ik denk niet dat er een ander beroep is dat in korte tijd zo gefragmentariseerd is geraakt door een wildgroei aan modieuze functienamen.

Onduidelijke functietitel
Is deze ontwikkeling een probleem? Ja, een groot probleem. Allereerst voor de mensen die sociaal werk nodig hebben. En voor andere professionals die met so- ciaal werkers samenwerken. Zo geeft 40 procent van de sociaal werkers aan dat andere professionals niet goed begrijpen wat ze doen en geeft zelfs 43 procent van de sociaal werkers aan dat inwoners en cliënten door de onduidelijke functietitel niet begrijpen wat zij doen. Maar er is nog een probleem. Die explosie aan functienamen laat zien dat werkgevers zich niet meer oriënteren op een helder beroep met de daarbij behorende kernmerken. Een beroepsidentiteit bestaat uit een bij dat beroep behorende opleiding, een beroepscode, een beroeps- vereniging, soms een beroepsregister en een heldere beschrijving van het beroep, meestal een ‘beroepsprofiel’ genoemd.

Nieuwe beschrijving van het beroep
Met name zo’n beschrijving van de kern van het beroep is gezien de wildgroei aan functienamen belangrijker dan ooit. Lange tijd was het beroepsprofiel van de maatschappelijk werker leidend voor de inrichting van de opleiding van maatschappelijk werkers. Dat beroeps- profiel had status in het werkveld en maakte duidelijk wat alle maatschappelijk werkers gemeenschappelijk kennen en kunnen. Ook beoefenaren van andere varianten van sociaal werk beschreven hun werk in expertiseprofielen of competentieprofielen.
Daarom is het zo belangrijk dat er een nieuwe beschrijving van het beroep sociaal werk komt als fundament voor een herkenbare beroepsidentiteit. Voor professionals zelf, voor de opleiding van professionals en voor werkgevers. Met name werkgevers moeten weer de om- slag maken om professionals niet alleen als uitvoerders van hun beleid te zien, maar als professionals die deskundige afwegingen maken in relatieve professionele autonomie.

Kern van alle vormen van sociaal werk
De BPSW is er trots op momenteel het eerste beroepsprofiel te schrijven dat de kern van alle vormen van sociaal werk bevat: het maatschappelijk werk, de jeugdzorg, het opbouwwerk, de ggz, de gehandicaptenzorg, het jongerenwerk, de verpleeghuizen, de ziekenhuizen en het forensisch werk. Hoofdauteur van het profiel is Laura Koeter. Zij werkte zelf vele jaren als maatschappelijk werker en opbouwwerker, heeft een ruime ervaring als opleider van sociaal werkers en werkt aan een proefschrift over het sociaal werk. Zij wordt bijgestaan door een denk- & leescommissie (emeritus hoogleraar Hans van Ewijk en de lectoren Lilian Linders, Leonie le Sage en Judith Metz) en vele professionals werken mee. Na de zomer wordt het conceptprofiel voorgelegd aan professionals, stakeholders en de wetenschappelijke adviesraad van de BPSW (onder voorzitterschap van prof. dr. Margo Trappenburg). Daarna volgt een feestelijke presentatie. Want dat verdient dit mooie beroep!

Door Jan Willem Bruins, directeur BPSW

Regionetwerk Zwolle: Samen zijn we het beroep

Inge Bekhuis en Mirjam Mouwer

‘We sluiten aan bij wat er regionaal in het sociaal werk speelt.’ Het enthousiasme spat eraf tijdens het gesprek met Inge Bekhuis en Mirjam Mouwer. Inge is docent bij de opleiding Social Work aan Hogeschool Windesheim en initiatiefnemer van het BPSW regionetwerk IJssel-Vecht. Mirjam is gezinshulpverlener bij Ambiq en actief lid van het netwerk. We gingen met hen in gesprek over dit jonge regionetwerk.

Een nieuw regionetwerk; hoe zijn jullie hiertoe gekomen? Inge: ‘Ik was al lid van de voorloper van dit regio- netwerk in de tijd dat de BPSW nog NVMW heette. Als hogeschool hechten we aan de verbinding met het brede werkveld, daartoe hadden we ook een klankbordgroep. We hebben deze op laten gaan in het regionetwerk. Belangrijk voor het onderwijs, maar ook voor studenten en professionals.’ Mirjam: ‘Ik heb me direct aangesloten en we vormen nu met acht leden een vaste kern. In februari trapten we af met een online bijeenkomst waar 44 professionals, studenten en docenten aan deelnamen. Het is mooi om te zien dat er veel verschillende sociaal werkers op afkwamen, dat is precies wat we willen.’

Wat bieden jullie deze professionals in sociaal werk?
Mirjam: ‘We willen driemaal per jaar een bijeen- komst organiseren voor sociaal werkers, studenten en docenten uit de regio rondom Zwolle. Op 5 oktober einde middag organiseren we al weer de derde.’ Inge: ‘Vooralsnog deden we het online, maar omdat we veel ruimte willen voor ontmoeting is het mooi als we in oktober een eerste fysieke bijeenkomst hebben op de hogeschool in Zwolle. We hebben in februari thema’s opgehaald die leven in het werk- veld en waar professionals graag mee aan de slag willen. Je moet dan denken aan: de beroepscode, de wet zorg en dwang, armoede en gezondheid. In mei was intercultureel werken het thema.’

Wat maakt de bijeenkomsten bijzonder?
Mirjam: ‘Dat ze door het werkveld zelf georganiseerd worden rondom onderwerpen die in de regio spelen. We doen het samen, want met elkaar zijn we het beroep. Met allemaal verschil- lende sociaal werkers vormen we dit netwerk; een plek waar je mee kunt denken en invloed kunt hebben.’ Inge: ‘En de verbinding in het netwerk tussen studenten, professionals, hogeschool en BPSW is van grote waarde. Als onderwijs willen we studenten goed voorbereiden op hun toekomst in sociaal werk en dus verbinding hebben met het werkveld en maatschappelijke en regionale ontwikkelingen. In het netwerk voeden we elkaar over en weer met kennis en ervaring uit de sector.’

Willen jullie het netwerk uitbreiden?
Mirjam: ‘Heel graag. We willen een dynamische kerngroep. Met leden die zich verbinden maar niet per se gebonden zijn. Je kunt bijvoorbeeld aanhaken als we met een thema aan de slag willen waar je in thuis bent en aan bij kunt dragen, of om met ons mee te denken over het vormgeven van bijeenkomsten.
Het enige dat we vragen is enthousiasme.’ Inge: ‘En het is fijn om er mensen bij te hebben die lijntjes kunnen leggen in hun netwerk. Of dat nu in hun eigen organisatie is of daarbuiten. Mensen die actuele ontwikkelingen volgen en willen agenderen.’ Mirjam: ‘We zijn nog erg in ontwikkeling en staan open voor wat er op ons afkomt, maar het is mooi als we ons als regionetwerk kunnen positioneren als beroepsgroep en kunnen laten zien wat ons kenmerkt als sociaal werker.’

Wil je kennis maken met het Regionetwerk IJssel- Vecht, lid worden van de kerngroep of deelnemen aan bijeenkomsten? Kijk dan op de BPSW-website:
www. bpsw.nl/regionetwerk-ijssel-vecht

Op 5 oktober 2021 organiseert het netwerk een bijeenkomst over de nieuwe beroepscode sociaal werk. Op bpsw.nl vind je meer informatie hierover.

Door Desiree Weyburg

BPSWeetjes

Online (kosteloos) ledenprogramma: ‘Bijdragen aan sterker sociaal werk’
Wil jij meer uit je lidmaatschap halen? Invloed uitoefenen op het beleid? Leren hoe je dat doet? Bijdragen aan een sterker sociaal werk? Dan is ons nieuwe ledenprogramma iets voor jou! Meer weten? Kijk dan op www.bpsw.nl.

Uitnodiging voordracht kandidaten voor Van Dantzig-penning
Ken jij iemand die het verschil maakt in de aanpak van kindermishandeling? De BPSW roept op kandidaten voor te dragen voor de Van Dantzigpenning. Je kunt tot 1 oktober 2021 een kandidaat voor deze onderscheiding voordragen. Stuur je voordracht met een goede motivatie naar info@bpsw.nl o.v.v. ‘Vertrouwelijk: voordracht van Dantzigpenning.’