Themanummer Taal & Sociaal Werk| Vraagtekens bij sociaal-werkjargon| Straattaal| Mounir Samuel over taal & sociale verandering| Thuistaal| Atypische communicatie| Taalvaardigheid verbeteren| Alert zijn op demagogie
Voor veel mensen is taal iets vanzelfsprekends. Maar niets spreekt vanzelf. Sociaal werker van het jaar 2021 Nanneke Jager wees er al eerder op hoe talig de samenleving is. Veel meer mensen dan vaak gedacht wordt, hebben moeite om daarin mee te komen. Naar schatting 2,5 miljoen mensen hebben bijvoorbeeld problemen met lezen en schrijven. Brieven blijven daardoor ongeopend, mails worden niet gelezen, problemen stapelen zich op, mensen worden uitgesloten. Velen schamen zich daarvoor.
Maken sociaal werkers gebruik van straattaal? En zo ja, in hoeverre is dat een internationaal fenomeen? Jolanda Berends, Karin Landsbergen en Feruze Sarikas¸ zochten antwoord op deze vragen toen ze begin april de Social Work and Social Development Conference 2024 in Panama bijwoonden.
‘Ik werk al 25 jaar als maatschappelijk werker. Een tijdje geleden kreeg ik een aanmelding van een vrouw die na een kort ziektebed haar partner was verloren. Ik ging op huisbezoek voor een intakegesprek.
Sociaal werkers zijn spreekbuizen van een discours waarvan ze niet de auteur zijn, zegt Richard de Brabander. Ze zouden meer moeten stilstaan bij het ideologische karakter van de woorden waarmee ze cliënten aanspreken.
Mounir Samuel schuwt geen enkel thema in zijn boek Je mag ook niets meer zeggen. Van gender-inclusieve toiletten en het cancelen van de cancelcultuur tot traumaporno en dementievriendelijke wijken: het komt allemaal aan bod en bij elk onderwerp maakt de auteur duidelijk wat het cruciale belang van taal is. In gesprek over een vlijmscherp, hoopvol en praktisch boek.
In de periode dat ik docent social work was, gaf ik geregeld les met mijn collega Marjolein. Zij is meer dan ik in staat studenten bij hun nekvel te grijpen en hen dichtbij ogenschijnlijk kleine situaties te brengen.
Het is een onderschat probleem in onze samenleving: naar schatting hebben ruim 2,5 miljoen mensen in Nederland moeite met basisvaardigheden als lezen, schrijven en/of digitale competenties. Het gaat zowel om mensen met een migratieachtergrond die Nederlands als tweede taal hebben, als om mensen die in Nederland geboren en getogen zijn en Nederlands als eerste taal hebben. De laatste groep is minder zichtbaar dan de eerste.
Een derde tot de helft van de kinderen en jongeren spreekt thuis een andere taal of naast het Nederlands. In een superdiverse stad als Amsterdam, met ongeveer 180 verschillende nationaliteiten, ligt dat percentage nog hoger. Professionals die met kinderen, jongeren of hun ouders werken, krijgen dan ook bijna dagelijks te maken met complexe, meertalige werksituaties. Hoe gaan zij daarmee om?
Hoe dragen vrijwilligers van taalorganisaties bij aan de taalvaardigheid van mensen met een taalachterstand? Medewerkers van drie Utrechtse organisaties vertellen over wat zij doen. ‘Onze samenleving is heel talig ingericht.'
Ruimte creëren voor stille en atypische vormen van verbinding en communicatie: dat is wat Cathalijne Smulders doet in haar sociale kunstpraktijk. ‘Van contact aangaan met iemand wiens spraak verstomd is, ga je beter luisteren.'
De jaren tachtig van de vorige eeuw werden gekleurd door grote werkloosheid, vooral onder jongeren.
Stelt u zich eens voor dat u en ik met andere mensen in een trein zitten om van plaats A naar B te komen. In de trein, die symbool staat voor onze samenleving, is toegankelijkheid tot taal en daarmee tot informatie cruciaal. Voor anderstalige doven is deze toegang vaak helemaal niet vanzelfsprekend.
In het sociaal werk is taal cruciaal. Niet alleen als contactmiddel, maar ook in geschreven vorm, onder meer bij verslaglegging en dossieropbouw. Beide moeten aan bepaalde beroepsstandaarden voldoen. Dossiervorming en werkinhoud vormen een onlosmakelijk duo, aldus Cathelijne Schouten.
Taal is overal. Dat maakt het des te belangrijker dat we ons bewust zijn van de macht en onmacht van taal, aldus Werner van de Vrede in zijn laatste bijdrage als redactielid van Vakblad Sociaal Werk.
Taalkracht gaat over de werking van de woorden die we gebruiken. Socioloog Christien Brinkgreve en andere schrijvers zien taalgebruik overal veranderen.
Al jarenlang wordt in zorg en welzijn gesproken over ‘cliëntgericht' werken. Ook in de bredere samenleving staat burgerparticipatie hoog op de agenda. Iedere stem telt, maar wie worden er daadwerkelijk gehoord? Zijn het degenen wier wensen het meest urgent zijn, of diegenen die hun wensen het beste over het voetlicht kunnen brengen?
Na een oproep van onder andere de BPSW beloofde de minister van Volksgezondheid vorig jaar de inzet van tolken in de jeugdzorg beter te regelen. Klodiana Kalemaj en Britt Kiene vertellen waarom álle sociaal werkers met tolken moeten kunnen werken, als de situatie daarom vraagt. ‘Elkaar goed kunnen begrijpen is een randvoorwaarde.’
Sociaal werker van het jaar 2021 Nanneke Jager wees er al eens op hoe talig de samenleving is. Veel meer mensen dan vaak gedacht wordt, hebben moeite om daarin mee te komen. Naar schatting 2,5 miljoen mensen hebben bijvoorbeeld problemen met lezen en schrijven. Brieven blijven daardoor ongeopend, mails worden niet gelezen, problemen stapelen zich op, mensen worden uitgesloten. Dat is een onderschat maatschappelijk probleem, zo constateert Sonja van Rooijen in deze special over taal en sociaal werk. Waarom een special over taal?
Meerdere professies kennen een beroepseed of belofte waarmee de beginnende beroepsbeoefenaar belooft zijn werk uit te oefenen in overeenstemming met de gemeenschappelijke waarden van de beroepsgroep. De sociaal werker voegt zich nu bij die professies.
Hieronder kun je Vakblad Sociaal Werk nr. 3-2024 lezen als een doorbladerbare pdf. Wil je de online artikelen liever als losse artikelen lezen dan kan dat natuurlijk ook. Om onderstaande pdf te kunnen bekijken, moet je ingelogd zijn.