Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hef onderscheid tussen welzijn en zorg op

Sociaal werk als beroep in de zorg is voor financiers (verzekeraars) niet vanzelfsprekend. Dat komt omdat nog steeds te veel wordt gedacht in twee gescheiden domeinen: het sociaal domein en het zorgdomein. En in het zorgdomein is vaak het medisch model dominant. Een duidelijk voorbeeld is de casemanager dementie. Deze functie wordt uitgeoefend door zowel sociaal werkers als verpleegkundigen.
Professionalisering sociaal werk

Beide beroepen zijn qua professioneel niveau vergelijkbaar: een diploma voor een bachelorberoepsopleiding is vereist, er is een beroepsregister, een beroepsvereniging die
toeziet op de kwaliteit van de professie en er wordt gewerkt volgens een professionele standaard. Toch vergoeden de meeste verzekeraars alleen de casemanager met een verpleegkundige opleiding. Heel opmerkelijk, want als de diagnose eenmaal is gesteld, is dementie toch meer een sociaal dan een medisch probleem. Maar voor zover het een sociaal vraagstuk is, verwijzen verzekeraars naar de Wmo. Zorgorganisaties die toch graag sociaal werkers in dienst nemen als casemanager halen zich veel gedoe en administratieve lasten op de hals en zien er daarom dan toch maar vanaf.

Financiering
De BPSW heeft er in de overleggen met minister Helder voor gepleit dat verzekeraars ook sociaal werkers in de functie van casemanager dementie financieren. Het is goed nieuws dat de minister daar positief over heeft besloten: vanaf 2024 kunnen sociaal werkers vanuit de zorgverzekering worden vergoed. Het komt natuurlijk al voor dat sociaal werkers onder zorgverzekeringswetten vallen. Denk aan sociaal werkers in de ziekenhuizen, verpleeghuizen en revalidatiecentra. Maar ook voor deze beroepsvarianten staat de financiering in een overwegend medisch model vaak onder druk. Overigens, als we sociaal werkers in de jeugdzorg, gehandicaptenzorg en ggz meetellen, dan werken er nu al meer van hen in het zorgdomein dan in het sociaal domein.

Patstellingen
Het opsplitsen van die ene Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in vier nieuwe wetten (Wmo, Wlz, Zvw en Jeugdwet) was goed bedoeld maar bracht domeinoverstijgend werken bepaald niet dichterbij. Om nog maar te zwijgen van de twee vaak verlammende patstellingen tussen gemeenten en verzekeraars en tussen gemeenten onderling over wie verantwoordelijk is en moet betalen. Zie hierover ook twee uitstekende rapporten van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. 1 De ordening in domeinen is achterhaald. Die neemt niet de mens als uitgangspunt en vertraagt de noodzakelijke vernieuwing. Er zijn wel goede initiatieven om de schotten tussen de domeinen af te breken maar die blijven voorlopig beperkt tot tijdelijke proeftuinen of pilots. Denk aan Welzijn op Recept of het Integraal Zorgakkoord (IZA), dat tijdelijke financiering voor een betere samenwerking tussen het sociaal en zorgdomein mogelijk maakt.

Structurele oplossing
Het is belangrijk dat er een structurele oplossing komt. Dat vraagt om het loslaten van het denken in domeinen. Een beter beginsel is ‘het bevorderen van gezondheid’. En gezondheid bestaat altijd uit fysieke, mentale en sociale aspecten. We weten al heel lang dat deze drie niet los verkrijgbaar zijn en dus moeten we ons juridische en financiële
stelsel verder ontschotten. Het onderscheid tussen ‘welzijn’ en ‘gezondheid’ is nooit duidelijk geweest en kan beter verdwijnen.

Meer info: raadrvs  en raadrvs; de basis op orde