
Jij werkt voor verschillende sociale projecten. Waar moeten we dan aan denken?
Ik ben acht jaar geleden, toen ik begon met dit werk, gestart als vrijwilligerscoördinator voor de Huiskamer van Odijk. Odijk is net als Bunnik en Werkhoven een dorp in gemeente Bunnik. Bewoners van Odijk vonden dat er onvoldoende voorzieningen waren voor onderling contact en wilden daar iets aan doen. Dat werd de Huiskamer. Inmiddels is dat een goed lopende vrijwilligersorganisatie met een mantelzorgcafé, een digicafé, een repair-café, een boeken uitleen, koffieochtenden, chauffeursdienst en nog veel meer. Er zijn pakweg 120 vrijwilligers aan verbonden, allemaal inwoners van Odijk. Ik ben aangehaakt als beroepskracht. Naast de coördinatie van vrijwilligers doe ik ook verschillende ondersteunende werkzaamheden voor het bestuur, zoals verslaglegging van vergaderingen en beleidsstukken schrijven. Ondertussen heeft ook Bunnik zo’n huiskamer, die is nu halverwege een pilotfase, maar de animo ervoor blijkt groot. Daarnaast ben ik betrokken bij het burgerinitiatief netwerk BunnikSamen. BunnikSamen is een samenwerkingsverband van vrijwilligersorganisaties, maatschappelijke organisaties, zorg- en welzijnsinstellingen, bedoeld om onderlinge samenwerking te stimuleren en elkaar te versterken. Bunnik heeft geen welzijnsorganisatie zoals veel gemeentes die wel kennen. Er zijn veel vrijwilligersinitiatieven en dat waren een soort eilandjes die steeds meer zijn gaan samenwerken. Bij het netwerk BunnikSamen ben ik een soort spin in het web. Ik organiseer netwerkbijeenkomsten en onderzoek met de deelnemers op welke punten ze zouden kunnen samenwerken. En wat ik ook organiseer is de Zomerschool: een programma met culturele en sportieve activiteiten waarin laagdrempelige ontmoeting centraal staat, in de maanden juli en augustus, als veel activiteiten stilliggen.
Hoe ziet bij jou een gemiddelde werkdag eruit?
‘Ik werk ongeveer 16-28 uur per week. Standaard werkdagen heb ik eigenlijk niet: ik werk ook regelmatig in de avonden en soms in het weekend omdat ik ook te maken heb met vrijwilligers die een baan hebben met kantoortijden. Deze flexibiliteit werkt voor mij prima in combinatie met mijn gezin. Op maandagochtend ben ik vaak in de bibliotheek van Bunnik te vinden, er is daar dan een koffieochtend van de Huiskamer van Bunnik, en op woensdagochtend ben ik aanwezig bij de Huiskamer van Odijk. Verder varieert het. Ik zit ook wel eens een hele dag thuis te werken: dan maak ik vergader-verslagen, vraag VOG’s (Verklaringen Omtrent het Gedrag – red) voor nieuwe vrijwilligers aan of schrijf een plan van aanpak voor een nieuw project.’
‘Alleen initiatieven die ontstonden vanuit bewoners staan nog steeds overeind’
Je hebt vooral met vrijwilligers te maken. Hoe kleurt dat je werk?
‘Het is nog sterker: vrijwilligers zijn mijn opdrachtgevers en betalen me. De Huiskamer van Odijk werkt met lidmaatschapsgelden van waaruit ik betaald wordt en het netwerk BunnikSamen spreekt gemeentelijke en landelijke subsidies en fondsen aan en haalt daar ook een honorarium voor mij uit. Ik heb nooit anders gedaan en kan het dus niet goed vergelijken, maar ik vind werken met vrijwilligers ontzettend leuk. Het zijn mensen die echt iets willen, die gemotiveerd en gedreven zijn. Overigens heb ik ook wel te maken met betaalde krachten: zo heeft de gemeente een cultuurcoach, een buurtsportcoach, een jongerenwerker, een sociaal makelaar, de coördinator van de bibliotheek – allemaal professionals die ik tegenkom in mijn werk, net zoals beleidsambtenaren van de gemeente.
Ook het bedrijfsleven weet mij te vinden. Maar veruit het grootste deel van mijn werk bestaat uit contacten met vrijwilligers.’
Onlangs heb je de Leergang Samenlevingsopbouw van de BPSW en partners met goed gevolg afgerond. Wat bewoog je om die opleiding te gaan doen?
‘Ik heb geen sociaalwerk-opleiding, voor ik dit werk ging doen was ik docent Small Business & Retailmanagement aan de Hogeschool Utrecht. Toen ik met vrijwilligers begon te werken acht jaar geleden heb ik een opleiding Innovatief Vrijwilligersmanagement gedaan. Sociaal werk had wel altijd mijn belangstelling en ik las er al veel over. Vorig jaar kwam ik deze opleiding tegen en ik was meteen geïnteresseerd. Met name het woord ‘samenlevingsopbouw’ wekte mijn nieuwsgierigheid. De opleiding is erop gericht je verander-kracht te versterken en je te leren hoe je gemeenschappen kunt mobiliseren. Dat leek me heel goed aan te sluiten bij mijn werk. Ik vond het ook interessant dat het een landelijke opleiding is. Dat zou me de kans bieden om collega’s te ontmoeten die in heel andere contexten werken dan ik doe. Ik was heel geïnteresseerd in hun manier van denken en werken. Het mooie daarvan is dat je van elkaars oplossingsroutes kunt leren.’
Wat heeft de Leergang je gebracht?
‘De opleiding was erg leuk. We hadden maandelijks een lesdag in het Bartholomeus Gasthuis in Utrecht. Tussen de lesdagen door nam je deel aan maandelijkse intervisiebijeenkomsten. Die waren soms online en soms bij deelnemers op de werkplek. De sfeer was heel erg: we willen van elkaar leren. Die bijeenkomsten waren cadeautjes, ik heb daar zoveel inspirerende dingen gehoord.’
Wat is een belangrijk inzicht dat je meegenomen hebt van de opleiding?
‘Dat je nooit zonder en altijd vanuit bewoners moet werken. Stel jezelf bij nieuwe initiatieven de vraag: waar is een idee ontstaan en sluit dit aan bij de werkelijke behoeften van de bewoners? Als iemand die toevallig graag schaakt, oppert dat het leuk zou zijn om een schaakclub te starten, dan is het van belang om na te gaan of er meer schakers zijn en zo ja, of die ook zin hebben in een speciaal clubje daarvoor. Eerder vond ik het soms moeilijk om ideeën die in principe leuk zijn los te laten. Door die opleiding ben ik dat gemakkelijker gaan vinden. Mensen moeten bereid zijn ergens energie in te steken en ik kan daarbij ondersteunen. Als die bereidheid er niet is, lukt het ook niet om het goed van de grond te krijgen. Kijk ik terug op alle initiatieven die er in de afgelopen jaren zijn voorbijgekomen, dan zijn het toch echt de initiatieven die ontstaan zijn vanuit bewoners die nog steeds overeind staan.’
Wat drijft jou om dit werk te doen?
‘Ik help graag mensen, vind het leuk om verbindingen te leggen en hou van regelen en coördineren. In mijn huidige werkzaamheden kan dat allemaal. Dat ik met heel verschillende mensen contact heb, vind ik verrijkend en geeft mij energie. Ik denk dat ik met dit werk de wereld, hoe bescheiden ook, een heel klein beetje mooier kan maken.’
Zou je mensen met belangstelling voor sociaal werk aanbevelen opbouwwerker te worden?
‘Het woord “opbouwwerker” gebruik ik eigenlijk niet. Zelf zou ik liever spreken van “coördinator sociale ontwikkeling”. Ik vind mijn werk als verbinder geweldig, en ik help mensen hun talenten in te zetten voor een mooiere samenleving.’
Meer weten over de Landelijke Leergang Samenlevingsopbouw? Scan de QR-code!