Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Column Leuke dingen verdelen

Margo Trappenburg
In de kerstvakantie las ik ‘Komt een land bij de dokter', het indrukwekkende boek van huisarts-straatarts Michelle van Tongerloo. Wat haar patiënten nodig hadden, zo leerde Van Tongerloo, bleek lang niet altijd overeen te komen met wat zij hen als arts kon bieden.
Foto: Riëtte Duynstee
We kennen de huisarts allemaal als de dokter die antibiotica voorschrijft bij keelontsteking, oorontsteking, blaasontsteking en meer. De dokter die ons verzekert dat een beetje hoofdpijn, buikpijn of spierpijn erbij horen: het is geen reden tot alarm en het gaat meestal vanzelf over. En als er wél iets mis is met ons lijf, dan is de huisarts degene die ons verwijst naar het ziekenhuis of kan hij of zij zelf acute noodhulp bieden.
Maar de patiënten van Van Tongerloo hebben andere dingen nodig: een dak boven hun hoofd, rust en reinheid, geld om te eten, woonruimte zonder schimmel, een uitweg uit de schulden. Van Tongerloo besloot om voor haar patiënten buiten de lijntjes te gaan kleuren. Ze biedt hen geen medische zorg (tenzij er iets medisch speelt), maar regelt financiële hulp om een kamer te huren, een huis in te richten, een opleiding te volgen of een bestaan op te bouwen in het buitenland. Via crowdfundingacties of via de door haar opgezette stichting Lekker Geven.
Het deed mij beseffen dat veel professies in zorg en welzijn diensten leveren die nodig zijn, maar niet fijn: als je gezond bent zit je niet te wachten op chemotherapie, operaties of antibiotica. Wie lekker in zijn vel zit, hoeft geen gedragstherapie, psychoanalyse of verslavingszorg. Als professionals uit zorg en welzijn dingen willen regelen die fijn zijn – geld, vakantie, woonruimte – dan doen ze dat bijna allemaal zoals Van Tongerloo: buiten de reguliere kanalen om.

Voor sociaal werkers geldt dat echter niet. Sociaal werkers leveren vaak diensten die hun cliënten nodig hebben, maar die daarnaast ook gewoon fijn zijn: financiële hulp en woonruimte bijvoorbeeld. Of huishoudelijke hulp. Het is een mooi idee, om diensten die nodig en ook nog fijn zijn, binnen het systeem van de verzorgingsstaat aan te kunnen bieden als professionele hulp. Maar het is ook kwetsbaar. Extra geld en betere woonruimte is voor heel veel mensen aantrekkelijk. En waar ligt de grens tussen iets alleen maar fijn vinden en het fijn vinden maar daarnaast daadwerkelijk nodig hebben? Hoe bewaak je die grens zodat mensen er niet strategisch even snel overheen kunnen stappen? Bij de verdere professionalisering van het sociaal werk in de komende jaren wordt dit een heel belangrijke vraag.

Margo Trappenburg is bijzonder hoogleraar Grondslagen van het Maatschappelijk Werk aan de Universiteit voor Humanistiek en universitair hoofddocent Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht.