Wisselcolumn

Luisteren om te begrijpen

Gewapend met stevige argumenten zat hij klaar achter de telefoon. Vastbesloten om zich nu niet af te laten afschepen, draaide hij het algemene telefoonnummer. Hij werd naar mij, de klachtenfunctionaris, doorverbonden. Na zijn verhaal aangehoord te hebben, benoemde ik dat ik het volledig met hem eens was en we samen naar een oplossing op zoek zouden gaan. Meneer wilde nog meer argumenten aandragen voor zijn klacht, maar ik herhaalde dat ik zijn klacht goed begreep en dat ik het fijn vond dat hij die met ons deelde. Hij was verbaasd en dat vond ik misschien nog wel het meest schrijnende aan de situatie, want hij had gewoon overduidelijk gelijk. Meneer vertelde mij over meerdere lopende rechtszaken met verschillende instanties. Hij had het gevoel dat er nooit iets met zijn klachten werd gedaan. Daarom ging hij zelfs door tot de rechtszaal. Zover gaan wij het niet laten komen, toch?!, vroeg ik hem.

Arbeidsethos

Voor de coronacrisis werkte ik in een organisatie met een hoog arbeidsethos. Daaronder verstonden wij: je meldt je niet ziek als anderen op je rekenen. In ons geval waren die anderen studenten of collega's. In andere organisaties gaat het om collega's en patiënten, leerlingen, klanten of cliënten. Als iemand echt erg ziek is (buikgriep, hoge koorts, of een heel serieuze aandoening als kanker) kan die persoon natuurlijk niet naar z'n werk. Maar als je je een beetje gammel voelt (verkouden, beetje keelpijn, beetje grieperig, beetje hoofdpijn) zet je je schrap. Je slikt paracetamol, doet je werk, gaat daarna naar huis en hoopt dat je het kunt volhouden tot het vrije weekend.

Op afstand dichtbij

Mijn uitvoerend werk als maatschappelijk werker vindt plaats in een kinderziekenhuis. Ik kom op de afdelingen waar kinderen zijn opgenomen en spreek daar hun ouders. Ik bezoek zwangere en net bevallen vrouwen. Vaak ook zie ik mensen in een neutrale spreekkamer tijdens een polibezoek. Maar sinds een jaar kom ik soms zomaar achter de voordeur. Ofschoon we normaal gesproken niet op huisbezoek gaan, kom ik nu huiskamers binnen, of welke kamer dan ook waar het op dat moment voor mijn gesprekspartners prettig praten is.

De inclusieve samenleving in tijden van corona

Hij staat voor me in de rij. De caissière scant de artikelen. '3,75 euro, alstublieft.' Met trillende hand haalt hij de laatste centen uit zijn portemonnee. 'Precies gepast,' zegt hij met trots. 'U kunt alleen pinnen, meneer,' antwoordt de caissière. De paniek slaat toe. 'Corona, weet u wel?' 'Ik mocht vandaag alleen boodschappen doen, omdat mijn begeleider niet kon komen door corona,' vertelt de man. De caissière herhaalt haar vraag: 'Gaat u nu pinnen?' 'Ik heb geen pasje, ik heb weekgeld,' zegt de man. 'Dan kan ik u helaas de boodschappen niet meegeven. Dit zijn nu eenmaal de regels.' 'Maar dan heb ik niets te eten vanavond,' stamelt de man. De caissière begrijpt er niets van en ziet de rij groeien. Ook de man begrijpt het niet meer. Wat sneu is dit.

Liefde is niet genoeg

Net als vele andere kijkers zit ik elke maandag aan de buis gekluisterd voor de Human documentaire Klassen. De documentairemaaksters volgden groep 8 kinderen in Amsterdam-Noord. Aan de ene kant vwo'ertjes in de dop op een witte eliteschool, en aan de andere kant leerlingen met een nog ongewisse schoolloopbaan, op een minder geprivilegieerde basisschool.

Het positieve verschil maken

Al op de middelbare school wist ik: ik wil later in een kindertehuis werken. Ik had daar mooie beelden bij. Hoe kinderen in zo’n tehuis het beter zouden hebben dan thuis en dat ik daaraan mocht bijdragen. Dat ik één van de mensen zou zijn die het verschil zou maken in een beschadigd leven.

Zorg jij goed voor jouw gereedschapskist?

Elk jaar weer lijkt het een routine te zijn geworden om in januari te starten met goede voornemens, om er vervolgens in maart achter te komen dat er nog weinig terecht is gekomen van de gestelde doelen. Dit jaar besloot ik niet te wachten op het nieuwe jaar. Het drong steeds vaker tot mij door dat ik mezelf en mijn lichaam min of meer aan het verwaarlozen was. Zittend werk, weinig bewegen, overuren maken en hierdoor qua voeding snelle en verkeerde keuzes maken.

Berusting

Toen ik klein was hadden we tijdens onze kampeervakanties in Drenthe een vast lied dat vaak van pas kwam: Hagel en sneeuw, onweer, wind en regen. Deren ons niet, wij kunnen er wel tegen. Lach er maar om en stap er flink doorheen.

Veilig nabij

Het thema van dit nummer, afstand en nabijheid in de hulpverlening, wilde ik aangrijpen om een pleidooi houden voor het belang van nabijheid in een professionele relatie. Ik doel op een werkrelatie waarin de cliënt nieuwe, positieve en helende ervaringen kan opdoen. Met een zorgvuldige balans tussen maximale nabijheid en professionele distantie. Het vinden van die balans kan een uitdaging zijn in de verschillende contacten waarin we ons werk doen. Tot zover dit algemeen geaccepteerde kader. Misschien is het een open deur.

Mens erger je niet

Ik ben dol op spelletjes spelen; thuis met de kinderen, als teambuilding met mijn collega’s in een escaperoom, maar ook tijdens de gesprekken met mijn cliënten. Het is soms hard werken om in contact met een cliënt niet geprikkeld te raken en the game samen tot een goed einde te brengen.
Abonneren