Home Magazine Portret

Portret

‘De wereld verwachtte ná Jaspers geboorte net zoveel van mij als ervoor’

Van 2016 tot 2020 reisde ik door het land met de theatervoorstelling Ode aan Jasper. Jasper is mijn meervoudig gehandicapte zoon. In de voorstelling probeerde ik over te brengen hoe de verbinding die er was tussen Jasper en mij, me leerde klaar te zijn voor dit bijzondere vaderschap.

‘Ik weet niet beter dan dat ik zorg voor mijn naasten’

'Ik ben in 2019 afgestudeerd als maatschappelijk werker (MWD) aan de Hogeschool Utrecht. Vanaf toen was ik officieel een professional, maar dankzij mijn ervaringsdeskundigheid als jonge mantelzorger thuis, was ik al jaren als vrijwillig professional verbonden aan het sociaal werk'.

‘De erkenning van mantelzorgers begint al op de werkvloer’

'Vanaf het moment dat mijn ouders zorg nodig hadden, merkte ik hoe precair en subtiel zorgrelaties zijn, ook die tussen formele zorgverlener en zorgontvangers. Mijn vader ging fysiek en mentaal achteruit en dat was een enorme belasting voor mijn moeder. Er was 24/7 zorg nodig, maar even professionele hulp invliegen is zo simpel niet'.

‘Wij beginnen bij de burger’

Bart Bakker is sinds de decentralisaties als onafhankelijk adviseur verbonden aan onder meer de Proeftuin Ruwaard in Oss. Hij werkt vanuit de veranderaanpak Anders denken, doen en organiseren. Hierbij richt hij zich op gedragsverandering ten aanzien van leefbaarheid en gezondheid, tegen lagere kosten.

Wegbereider en inspirator

Doortje Kal verdient een speciale vermelding in dit themanummer. Als preventiewerker sociale psychiatrie promoveerde zij in 2001 aan de Universiteit voor Humanistiek op Kwartiermaken - Werken aan ruimte voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Het boek is een deels filosofische reflectie op een kwartiermaakproject dat zij in 1997 initieerde.

‘Oren en ogen open en dan de wijken in’

Ruud Kol (58) is sinds acht jaar wijkondersteuner bij De Zuidpilaar in de gemeente Venlo. Hij werkte eerder als accountbeheerder in de logistiek en als operations analist bij een Amerikaans bedrijf. Hij stopte daarmee toen hij 50 was. Hij wilde niet meer vanachter een bureau met cijfers werken en ging aan de slag als vrijwilliger bij het Informatie- en Adviespunt, waar de mens centraal staat. De toenmalige kwartiermaker vroeg Ruud na korte tijd naar zijn cv. Hij bleek geschikt te zijn als wijkondersteuner. 'Ik heb de mavo gedaan, een computeropleiding, plus zelfstudies. Andere benodigde vaardigheden zitten in mezelf. Ik heb een vaste aanstelling bij de gemeente Venlo.'

‘Alle zeilen zijn bijgezet’

Mariëlle Verdegaal (30) studeerde sociale wetenschappen, master maatschappelijke opvoedingsvraagstukken. Ze werkte als beleidsmedewerker Jeugd bij de gemeente Wijdemeren, en is sinds 2018 teammanager van het beleidsteam Sociaal Domein.

‘Oprecht nog steeds dezelfde passie’

Peter Houweling (64) werkt 40 jaar in de Jeugdzorg. Hij begon in 1980 als pedagogisch medewerker in observatie- en behandelgroepen en werd achtereenvolgens unitleider en manager en is nu regiodirecteur bij iHUB Alliantie in de regio Gelderland/Utrecht.

Maximaal nabij op maximale afstand

Ik begeleid een team dat expliciet en vanuit visie niet meegaat in alleen digitaal contact onderhouden. Zij zijn een gespecialiseerd jeugd-wijkteam dat ervoor kiest om juist wel naar mensen toe te gaan in coronatijd. Natuurlijk houden ze afstand maar ze gaan wel op huisbezoek. Zij hebben van oudsher een duidelijke visie op nabijheid. Destijds begonnen ze ook alleen met medewerkers uit de gemeenschap zelf die letterlijk dichtbij wonen. Deze professionals proberen het leven van kinderen met veel problemen zo normaal mogelijk te maken en zoeken naar “gewone” oplossingen binnen de gemeenschap; zoals jongeren meesturen met de gemeentereiniging op de vuilniswagen, of het logeren of sporten of klussen of werken met paarden.

Aanraken is helpend

Er wordt vaak gezegd dat wij als hulpverlener ons eigen instrument zijn, maar een deel van dat instrument zouden we niet mogen gebruiken. Het aanraken van cliënten is voor veel collega’s taboe. Er heerst angst dat iemand aanraken tegen je gebruikt gaat worden. Ik geloof juist dat aanraking - een knuffel, een arm om iemands schouder – een manier is om nabijheid uit te drukken en dat het heel helpend kan zijn. Je moet als hulpverlener wel weten waarom je het doet, zeker weten dat de aanraking in het belang van de cliënt is en diens grenzen respecteren.