In dit jaarboek van Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken verkennen journalisten Piet-Hein Peeters en Marcel Ham in hoeverre de ambities van drie decentralisaties na tien jaar zijn gerealiseerd.


Tien jaar decentralisaties
Door Jolanda Sonneveld, senior adviseur Sociaal Werk Nederland
We hebben het dan over de WMO, de Jeugdwet en de Participatiewet. Op 1 januari 2015 werden gemeenten hiermee verantwoordelijk voor een fors pakket aan voorzieningen die mensen ondersteunen bij de zorg voor kinderen en jongeren, bij thuiswonen of werk vinden. De overheveling van taken en geld van Rijk naar gemeenten was bedoeld om meer integraal te gaan werken, de burger nabijer te zijn en meer ruimte te scheppen voor zowel professionals als burgers. Vragen die de auteurs stellen zijn: Worden mensen in kwetsbare posities beter gesteund door de lokale overheden in samenwerking met de lokale samenleving dan door een overheid die op afstand staat? Is er sprake van succes of falen? En worden de decentralisaties nog voldoende gesteund? De auteurs spraken hiervoor in totaal negentien deskundigen, variërend van ervaringsdeskundigen en sociaal werkers tot bestuurders en onderzoekers. Mensen die een goed overzicht hebben van de hele periode van tien jaar en die vrij en belangeloos kunnen praten.
Het lezen van de interviews hielp mij om mijn dagelijkse werkzaamheden binnen het grote (beleids)kader te plaatsen, huidige discussies, ontwikkelingen en praktijkobservaties te beschouwen binnen lange lijnen, daar kritisch naar te kijken en na te denken over de knoppen waaraan ik vanuit mijn rol kan draaien. Zo zag ik de noodzaak om vanuit mijn positie te blijven pleiten voor het versterken van de sociale basis, met daarin voldoende opbouw- , kinder- en jongerenwerkers die bouwen aan vitale gemeenschappen en denken in collectieve oplossingen. Me aansluitend bij de drie geïnterviewde sociaal werkers zeg ik ook: het is te veel over het helpen van mensen gegaan.
Elk interview bestaat uit maximaal tien pagina’s. De bundel leent zich er prima voor om die interviews eruit te pikken die jou aanspreken. In de epiloog brengen de auteurs de reflecties van de geïnterviewden samen en doen zij een aantal aanbevelingen voor hoe het beter kan. Als aanvulling is het de moeite waard om de kritische noot van lector Lex Veldboer in het online artikel (20 maart 2025) op Sociale Vraagstukken te lezen. Hij stelt terecht dat er in de bundel weinig aandacht is voor de reflectie vanuit burgers zelf. In hoeverre ervaren zij dat ze meer of beter gesteund worden na de decentralisaties?
Als we dat hadden geweten. Naar een beter lokaal sociaal domein Amsterdam: Van Gennep 148 pp., €19,99

Gereedschapskist
Door Bob de Raadt, auteur, vadercoach, contextueel werker
Herman de Mönnink is al jarenlang een overtuigd en deskundig pleitbezorger van methodische eenheid in het sociaal werk. Inmiddels is de zesde editie verschenen van het standaardwerk De gereedschapskist van de sociaal werker – Multimethodisch sociaal werk (MMSW). Deze geheel herziene editie heeft gewonnen aan overzichtelijkheid, systematiek, bruikbaarheid en eenheid.
Het boek begint met een beschrijving van de ontstaansgeschiedenis van het begrip ‘psychosociale stress’ en met een inleiding over de psychosociale stresstheorie. Centraal staan de begrippen ‘draaglast’, ‘draagkracht’ en ‘draagvlak’, die samen de kwaliteit van (samen)leven bepalen. Voor de analyse daarvan volgt De Mönnink drie stappen: 1) het totaalplaatje van de hulpvraagverkenning van de cliënt, te ordenen in de Psychosociale ArchiefKast (PAK), 2) het Psychologische StressAssessment (PSA) van de psychosociale problematiek door het formuleren van werkhypothesen en 3) de psychosociale stressinterventie (PSI).
De Mönnink gebruikt de niet-directieve methode als basis en heeft van daaruit aandacht voor individuele-, systemische- en macromethoden. Hij beschrijft twintig methodes, waaronder de cognitieve methode, de ritueelmethode, de sociaalnetwerkmethode en de preventie methode. Die zijn elk op een overzichtelijke en boeiende manier uitgewerkt, in combinatie met zes stresspuzzels: een situationele puzzel, een veiligheidspuzzel, een emotiepuzzel, een sociale steunpuzzel, een voorzieningenpuzzel en een perspectiefpuzzel. Elke puzzel staat voor overgangen (hobbels, levensopgaven, transities) op onze levensweg. Deze puzzels helpen mee veerkracht te mobiliseren en grip op het leven te krijgen. De auteur sluit zijn boek af met twee relevante thema’s: aanwezig ‘oud zeer’ ofwel het ‘unfinished-business-syndroom’ (UBS) en ‘de emotionele werkstress van de sociaal werker zelf’. Beide worden herkenbaar, inzichtelijk, werkbaar en overzichtelijk besproken.
Herman de Mönnink (gepensioneerd traumapsycholoog/rouwtherapeut, docent en trainer MMSW) heeft een grote prestatie geleverd met deze herziene versie van zijn standaardwerk. Een korte recensie doet dit boek al gauw tekort, vanwege de complexe en omvangrijke materie, de compleetheid van methoden en modellen, de toepasbaarheid en de hoeveelheid nuttige informatie. Het is een handboek voor multimethodisch werken in alle werkvelden van het sociaal werk en een must-have en must-use voor elke sociaal werker. Logisch dat dit boek, met het rijke handelingsperspectief dat het biedt zijn weg gevonden heeft naar de verschillende praktijkvelden en opleidingen sociaal werk. Voor een volgende editie zou ik opname van Alice van der Pas’ methodische ouderbegeleiding aanbevelen (in het hoofdstuk over de gezins- en familiemethode), net als emanciperende aandacht voor vaderspecifieke thema’s.
Het boek is goed leesbaar, overzichtelijk en volgens een vast patroon ingedeeld. Het geeft taal aan de vele werkzaamheden en competenties van de sociaal werker. Figuren, tabellen, casusbeschrijvingen, citaten, een uitgebreid trefwoordenregister en illustraties verhelderen de theoretische materie en zijn belangrijke extra informatiebronnen. Extra studiemateriaal wordt digitaal aangeleverd en vormt een effectieve toevoeging op de beschreven gereedschapskist van de sociaal werker.
De gereedschapskist van de sociaal werker – Multimethodisch sociaal werk (MMSW), zesde editie
Amsterdam: Boom (694 pp., €59,95)

Bij emotionele aardbevingen
Door Bob de Raadt
Manu Keirse is deskundig op het terrein van ‘verdriet, verlies, rouw en laatste levensfase’. Als klinisch psycholoog heeft hij veel ervaring in dit vakgebied. Vingerafdruk van verdriet is een klein boekje, met een rijke schat aan wijsheid bij ingrijpende life events. Verlies kan diepe sporen nalaten. Manu Keirse biedt naast zijn omvangrijke kennis van de impact ervan, woorden van troost en bemoediging. Het boek geeft handvatten tijdens een intens rouwproces. De auteur ziet verlies als een emotionele aardbeving. Elk verlies is anders en elk verdriet is als een vingerafdruk: herkenbaar en toch anders dan alle andere. ‘Een zoon of dochter verliezen is anders dan als man je partner verliezen en achterblijven met twee jonge kinderen.’
Dit boek beoogt te verzachten en beter (in)zicht mogelijk te maken. Het wijst wegen naar overleven en gaat dus veel meer over leven dan over sterven. Over leven in een wereld die gewoon doordraait, die verdriet miskent. Als je als overlever moeite hebt met de omringende wereld, als je wegzakt in eenzaamheid en vermoeidheid, in een doolhof van verdriet en pijnlijke herinneringen terechtkomt, als je tegen een lege plek aanloopt. De schrijver brengt houvast dichtbij, herkent en erkent de gevoelens van iemand in een rouwproces. Hij besteedt aandacht aan persoonlijke reacties (onrust, verwarring) en geeft haalbare adviezen op het gebied van zelfverzorging, verloren glans, alleen-zijn, innerlijke verdeeldheid, moeite met leven, de verschillen tussen hoe mannen en vrouwen rouwen, de partnerrelatie, ouderlijke rollen, seksualiteit en het omgaan met feestdagen.
Verdriet en verlies onder ogen zien en ondergaan, helpt om een nieuw leven te vinden. Keirse leert ons om ‘niet te vergeten, maar om verdriet mee te dragen in het leven’. Dat vergt een proces van herstel: ‘Als je opnieuw leert houden van het leven, kun je de herinnering aan de overledene met je meedragen. Dan kun je je heden en toekomst verrijken zonder het belangrijke verleden te vergeten.’ Keirse’s teksten worden aangevuld met poëzie van diverse dichters. Daarnaast heeft Lisa den Teuling prachtige illustraties bij het thema gemaakt. Vingerafdruk van verdriet is een empathisch boek, aanbevolen voor professionals die zorgverlening bieden aan mensen in rouw en die met levend verlies te maken hebben.
Vingerafdruk van verdriet – Woorden van troost en bemoediging
Tielt: Lannoo (104 pp; €14,99)
Liefdevol blijven proberen
Door Max Huber, onderzoeker HVO-Querido & Hogeschool Utrecht, redacteur Vakblad Sociaal Werk
Af en toe kom ik iets tegen, waar ik zo vol van ben dat ik iedereen in mijn omgeving, werk en privé, ermee lastigval. Dat is nu het geval met Geweldloze podcast, een podcastreeks gemaakt door Ilse van den Heuvel en Marieke van Ginniken, experts op het gebied van verbindend gezag en geweldloos verzet.
In alle afleveringen gaat het over verbinding met jezelf en met de ander, in conflictsituaties en daarbuiten. Zo kan je in contact blijven als de spanning oploopt, zonder dat een situatie escaleert. Als de spanningen te hoog oplopen, is het moeilijk om tot verandering te komen, dan gaat het om de-escaleren. Later kan je onderzoeken: wat gebeurde er, waar komt dat vandaan, hoe ga je daar een volgende keer mee om. ‘Je moet het ijzer smeden als het koud is.’
Begrippen uit de theorie van geweldloos verzet helpen daarbij. In de aflevering over het ‘raampje’ (de ‘window of tolerance’) gaat het bijvoorbeeld over het zelfonderzoek: wanneer ben je beter of juist minder goed in staat om rustig te reageren? Wat zijn je ‘rode knoppen’, situaties of gebeurtenissen waarmee je in één keer van ontspannen naar boos of gestrest schiet (denk: niet opgeruimde kamers, bepaalde scheldwoorden).
De toon van de podcasts is erg prettig. De makers gebruiken veel voorbeelden uit hun werk in de jeugdzorg, uit trainingen aan professionals op diverse werkplekken en het eigen moederschap, waarbij de toon nooit belerend is (‘zo moet het’). De voorbeelden die ze geven gaan zowel over waar het lukt als over waar het niet lukt. Telkens benadrukken ze: het gaat om proberen en volhouden.
De veertig afleveringen duren elk dertig tot veertig minuten en zijn goed in willekeurige volgorde te beluisteren. De eerste podcasts richten zich op onderdelen van geweldloos verzet, latere gaan over toepassing in specifieke situaties, zoals pubers die niet naar school willen, suïcidaliteit en opstandige jonge kinderen.
In veel afleveringen, en één aflevering specifiek, gaat het over het kunnen verdragen van spanningen, van gedrag dat je anders zou willen zien, maar waarover je besloten hebt daar nu niet op in te zetten, en van je eigen beperkingen, waardoor je soms toch uit je slof schiet of gestrest reageert. De podcast is in eerste instantie gericht op (professionele) opvoeders, maar wat mij betreft is dit verplichte kost voor iedereen die te maken heeft met andere mensen. De inzichten zijn breed toepasbaar en kunnen iedereen helpen om met minder frustraties meer in verbinding te zijn met anderen.
Ilse van den Heuvel & Marieke van Ginneken
De geweldloze podcast