
Het werk van Maud Schults is breed, maar speelt zich altijd af in de directe leefomgeving van de bewoner. Ze is sinds 2018 agogisch hulpverlener bij psychogeriatrisch expertisecentrum Aafje, locatie Smeetsland in Rotterdam. ‘Als deel van het zorgteam zijn we aanwezig in de huiskamer van de bewoners’, vertelt Maud. Zij en haar acht collega-agogen signaleren, observeren en doen interventies. Ook coachen ze het zorgteam in omgaan met onbegrepen gedrag, mantelzorg en groepsdynamiek. ‘En we letten op het
sociotherapeutisch klimaat; hoe is de sfeer in de huiskamer, is de dagindeling uitdagend genoeg en werken we genoeg samen?’
Moeilijk gedrag
Zeker met de steeds complexere doelgroepen in de ouderenzorg zijn agogisch hulpverleners van grote toegevoegde waarde. Veel bewoners hebben bij aankomst naast dementie ook andere aandoeningen. Dat vraagt om aanvullende kennis op de werkvloer. Niet alle zorgverleners hebben in hun opleiding kennis van lastig gedrag meegekregen. ‘Collega’s die lang in het vak zitten, zeggen wel eens: hier heb ik niet voor gekozen’, zegt Maud. Zij vraagt hen wat zij nodig hebben om hun werk goed uit te voeren. Onlangs was Maud betrokken bij twee ruziënde bewoners. Ze zocht uit op welke momenten de botsingen zich voordeden, vroeg het gedrag na bij de familie en deed samen met de psycholoog aanvullend persoonlijkheidsonderzoek. De persoonlijkheidskenmerken die daaruit kwamen, bleken veel te verklaren. Een van de twee kon slecht tegen kritiek en verveelde zich. Maud nam het zorgteam mee in een nieuwe, door de psycholoog geadviseerde benadering. De bewoner die zich verveelde kreeg een voller dagprogramma. ‘Het is nu al rustiger op de groep. En voor collega’s is het prettig dat ze handvatten hebben om hiermee om te gaan.’
Investeren in mantelzorgers
Bij de opname van nieuwe bewoners doen agogisch hulpverleners altijd een ‘heteroanamnese’. Dat wil zeggen dat zij de naasten vragen naar het karakter, de ziektegeschiedenis, waarden en cultuur van de nieuwe bewoner (die daar soms zelf niet toe in staat is). Liefst komen alle directe naasten mee naar dat gesprek. ‘We beginnen altijd met een open vraag: hoe is de aanloop naar de opname en het contact met je naaste voor jullie geweest?’, zegt Maud. Het opbouwen van een goede relatie met de mantelzorgers kost tijd en aandacht. Die kunnen agogisch hulpverleners makkelijker geven. ‘Het zorgteam heeft regelmatig contact met mantelzorgers over praktische zaken, maar overbelaste mantelzorgers hebben soms verwachtingen waar we tegenwoordig niet meer aan kunnen voldoen’, zegt Maud. ‘Het loont als je vanaf het begin een goed contact met naasten hebt opgebouwd.’ Omdat zij en haar collega-agogen bij Aafje ook systemisch zijn opgeleid, worden zij steeds vaker ook preventief ingezet. ‘Als ik in de heteroanamnese bij de intree heb gehoord dat een mantelzorger kampt met overbelasting of moeite heeft met het ziekteproces, zal ik die wat vaker bellen. Het is handig om korte lijntjes met de familie te hebben. Zo voorkom je dat irritaties of spanningen oplopen en zijn zorgverleners later minder tijd kwijt in het onderhouden van hun contact met de mantelzorgers.’ Omgekeerd kan Maud zorgverleners het perspectief en de behoeften van de familie meegeven. Agogisch hulpverleners kunnen ook het initiatief nemen voor een afspraak met artsen of psychologen, of zo nodig de informatie in begrijpelijke taal overbrengen.
Zij aan zij
Het begeleiden van zorgverleners bij onbegrepen gedrag wordt overal anders geregeld. Sommigen werken met gedragscoaches, die vaak kortstondig en op verzoek worden ingevlogen. Bij Aafje werken ze al tien jaar op deze manier. ‘Ik merk dat er steeds meer interesse is voor de inzet van agogisch hulpverleners als oplossing voor personeelstekorten’, vertelt Maud. ‘Collega-instellingen zijn daar nog zoekend in. Maar zo stevig als wij zijn ingebed, komen we het niet tegen.’ Op alle Aafje-locaties werken ook maatschappelijk werkers. Zij houden vooral op afstand contact met mantelzorgers over emotionele en praktische zaken zoals de verhuizing, thuiszorg voor henzelf en vervoer naar het verpleeghuis. ‘We werken zij aan zij’, zegt Maud. ‘Soms stemmen we zaken met elkaar af of voeren we samen een gesprek.’ Om het sociaal werk in de ouderenzorg beter te positioneren, werkt Aafje samen met de opleiding Social Work van Hogeschool Rotterdam. Veel studenten vinden de ouderenzorg onaantrekkelijk: werken in oude
gebouwen waar het naar urine ruikt, is het vooroordeel. ‘Het Aafje-huis waar ik werk heeft een prachtige binnentuin en gebouw’, zegt Maud. ‘Het werk is absoluut niet saai: je komt allerlei uitdagingen tegen. Dat willen we in een kennismakingsles laten zien. Ook bieden we via de Hogeschool Rotterdam stages aan. We hebben onlangs drie derdejaars
een baan kunnen aanbieden.’
Deskundigheidsbevordering
De manier van werken van de agogisch hulpverlener sluit goed aan bij het Generiek Kompas, dat sinds een jaar richting moet geven aan de kwaliteit in de langdurige zorg en maatschappelijke zorg. Het kompas geldt in zowel het zorgdomein als het sociaal domein, en hanteert een brede blik op de kwaliteit van bestaan. Op verzoek van de BPSW
hebben Maud en haar collega feedback gegeven op de bouwstenen voor het Generiek Kompas die voor het sociaal werk van belang zijn. ‘We hebben de toegevoegde waarde van agogisch hulpverleners of sociaal werkers in de ‘deskundigheidsmix’ besproken. Dat zit hem vooral in het voeren van die open gesprekken met families, over wat
zij belangrijk vinden, en met artsen en psychologen. Als sociaal werkers zijn we daar goed voor toegerust.’ Ook deskundigheidsbevordering is belangrijk voor het Generiek Kompas. De BPSW heeft Aafje namens SKILZ, de organisatie die richtlijnen maakt in de langdurige zorg, uitgenodigd mee te denken over de nieuwe multidisciplinaire richtlijn voor pijn. Maud en haar collega gaan daar binnenkort mee van start. ‘Als agogen bekijken wij methodisch bij gedrag: zou er pijn kunnen spelen? Bij het signaleren
van pijn helpt de PAIC-vragenlijst. Pijn gaat altijd samen met ander gedrag, en door de dementie kunnen ouderen dat niet altijd aanwijzen. Denk aan de ochtendzorg, als het opstaan altijd moeilijk gaat. Zorgverleners kunnen ten onrechte denken dat iemand niet
wil meewerken.’
Lees meer over het Generiek Kompas